Pronouns

Er zijn drie verschillende sets voornaamwoorden in het Tagalog. Deze kunnen echter op dezelfde manier worden ingedeeld als de markeerstiften. We hebben voornaamwoorden die we “ang pronouns” kunnen noemen, waarbij het voornaamwoord de focus van de zin is, net zoals “ang” naar de focus van de zin wijst. We hebben ook “ng” voornaamwoorden waarbij niet het voornaamwoord centraal staat, maar iets anders, maar waarbij het voornaamwoord wel betrokken is bij de situatie. De laatste reeks voornaamwoorden zijn de “sa” voornaamwoorden die een soort beweging in de richting van het voornaamwoord aangeven.

Direct (ang) Indirect (ng) Afwijkend (sa)
1e persoon enkelvoud ako ko akin
1e persoon meervoud inclusief tayo natin atin
1e persoon meervoud exclusief kami namin amin
2e persoon enkelvoud ikaw (ka) mo iyo
2e persoon meervoud kayo ninyo inyo
3e persoon enkelvoud siya niya kaniya
3e persoon meervoud sila nila kanila

ANG voornaamwoorden

Ako - Ik

Pilipino Ako / Ako ay Pilipino – Ik ben Filippino


Ikaw - Je

Pilipino ka / Ikaw ay Pilipino

Je zult merken dat er iets is veranderd in het bovenstaande voorbeeld. Ikaw kan alleen worden gebruikt aan het begin van een zin, als het ergens anders voorkomt moet het worden afgekort tot ka.


Siya – Hij/Zij (Slechts één woord voor hij en zij in Tagalog!)

Pilipino siya / Siya ay Pilipino – Hij/zij is Filipino


Kami – Wij (exclusief luisteraar)

Pilipino kami / Kami ay Pilipino – Wij zijn Filippino ( exclusief de luisteraar)

Er zijn 2 manieren om “We” te zeggen in Tagalog. We als in als je de luisteraar “we” vertelt en zij er niet bij betrokken zijn. De andere is “we” als in iedereen inclusief de luisteraar.


Tayo – Wij (inclusief luisteraar)

Pilipino tayo – Wij zijn Filippino (inclusief de luisteraar)

In dit voorbeeld vertellen we de luisteraar dat wij filipino zijn, en zij ook!


Kayo – Jullie (meervoud) / Jullie allemaal

Pilipino kayo – Jullie (meervoud) zijn Filippijns


Sila – Zij

Pilipino sila / Sila ay Pilipino – Ze zijn filipino


NG voornaamwoorden

Ko – Mijn

Ang bag ko – Mijn tas


Mo – Jouw

Ang bag mo – Jouw tas


Niya – Zijn/Haar

Ang bag niya – Zijn/Haar tas


Namin – Ons (exclusief luisteraar)

Ang bag namin – Onze tas (niet de jouwe)


Natin – Onze (inclusief luisteraar)

Ang bag natin – Onze tas (ook jouw tas!)


Ninyo / niyo – Jullie (meervoud)

Ang bag niyo – De zak van jullie (allemaal)


Nila – hun

Ang bag nila – Hun tas


SA voornaamwoorden

(sa) akin – mijn/van mij

Para sa akin ba ito? – Is dit voor mij

Ang aking bag – Mijn tas


(sa) iyo – van jou / aan jou

Para sa iyo ba ito? – Is dit iets voor jou?

Ang iyong bag – Jouw tas


(sa) kanya – zijn of haar / aan hem of haar

Para sa kanya ba ito? – Is dit voor hem/haar?

Ang kanyang Bag – Zijn/Haar tas


(sa) amin – van ons / aan ons (exclusief luisteraar)

Para sa amin ba ito? – Is dit voor ons? (exclusief luisteraar)

Ang aming bag – Onze tas (exclusief luisteraar)


(sa) atin - van ons / aan ons (inclusief luisteraar)

Para sa atin ba ito? – Is dit voor ons (inclusief luisteraar)

Ang ating Bag – Onze tas (inclusief luisteraar)


(sa) inyo – van jullie (meervoud) / aan jullie (meervoud)

Para sa inyo ba ito? – Is dit iets voor jullie (allemaal)?

Ang ating Bag – Onze tas (inclusief luisteraar)


(sa) kanila – van hen / aan hen

Para sa kanila ba ito? – Is dit voor hen?

Ang kanilang bag – Hun tas


Kay - ___ ’s / aan ___

Er is nog een laatste “sa” voornaamwoord dat hier moet worden opgemerkt, en dat is voor namen. Wanneer een naam in deze context wordt gebruikt, wordt “sa” eigenlijk vervangen door het woord “kay” zoals hieronder:

Para kay Tony ba ito? – Is dit voor Tony?

Bigyan mo itong pera kay Tony – Geef dit geld aan Tony