The Alphabet

Het alfabet - Η αλφαβήτα

Het Griekse alfabet bestaat uit 24 letters, 7 klinkers en 17 medeklinkers.

Kleine letters - μικρά
α β γ δ ε ζ η θ ι κ λ μ ν ξ ο π ρ σ (ς) τ υ φ χ ψ ω

HOOFDLETTERS - ΚΕΦΑΛΑΙΑ
Α Β Γ Δ Ε Ζ Η Θ Ι Κ Λ Μ Ν Ξ Ο Π Ρ Σ Τ Υ Φ Χ Ψ Ω

LetterNaam in het GrieksUitspraakIPA
αάλφαalpha[a]
ββήταbeta[v]
γγάμμαgamma[γ]
δδέλταdelta[ð]
εέψιλονepsilon[e]
ζζήταzeta[z]
ηήταeta[i]
θθήταtheta[θ]
ιγιώταiota[i]
κκάπαkappa[k]
λλάμδαlamda[l]
μμιmi[m]
ννιni[n]
ξξιxi[x]
οόμικρονomikron[o]
ππιpi[p]
ρροrho[r]
σσίγμαsigma[s]
τταυtaf[t]
υύψιλονypsilon[i]
φφιfi[f]
χχιhi[h]
ψψιpsi[ps]
ωωμέγαomega[o]

De letter ς wordt alleen gebruikt aan het eind van een woord. Aan het begin of middenin een woord wordt altijd σ gebruikt. Bijvoorbeeld σχολείο (school) en τροχός (wiel).

De Griekse taal heeft ook andere klanken van clusterklinkers, de zogenaamde tweeklanken:
οι, ευ, αυ, αι, ου, ει.

Ze kunnen allemaal op verschillende manieren worden uitgesproken, afhankelijk van de omstandigheden waarin ze voorkomen.

Er zijn ook medeklinkerclusters: τζ [dz], τσ [tʃ], γγ [g], γκ [g], ντ [d], μπ [b].