La Négation (Negation in French)

Om een zin negatief te maken in het Frans - zoals in, je vindt iets niet leuk, of ze doet iets niet - moet de structuur ne...pas rond het eerste vervoegde werkwoord worden geplaatst, ook als er twee werkwoorden in de zin staan. Dit geldt ook voor de passé composé; ne...pas wordt aan weerszijden van het hulpwerkwoord geplaatst.

Il n’aime pas de fruits de mer.
Elle ne regarde pas la télévision.
Nous n’allons pas voyager au Canada cet été.
Je n’ai pas vu ce film-là.

Bij omgekeerde vragen wordt ne...pas om zowel het werkwoord als het onderwerp geplaatst.

Ne veux-tu pas manger ce gâteau?
N’a-t-il pas rendu visite à ses grand-parents pendant Noël?
Ne voulez-vous pas m’accompagner au restaurant la semaine prochaine?

Om een infinitief te ontkennen, wordt ne pas bij elkaar gehouden en voor het niet-geconjugeerde werkwoord geplaatst dat het ontkent.

Je t’ai dit de ne pas regarder la télé.
Il espère ne pas devoir repasser l’examen.
Als een delend lidwoord of onbepaald lidwoord wordt ontkend, wordt het lidwoord gewoon de.
Avez-vous un crayon? Non, je n’ai pas de crayon.
Voulez-vous du fromage? Non, je ne veux pas de fromage.

ANDERE ONTKENNENDE ZINNEN

Ne...pas wordt vaak gecombineerd met een bijwoord om een specifiekere negatieve uitdrukking te creëren.

ne…pas du touthelemaal niet
ne…pas encorenog niet
ne…pas non plusgeen van beide
ne…pas toujoursniet altijd

Je n’aime pas du tout le film.
Tu n’as pas encore mangé.
Elle ne va pas non plus.
Vous n’avez pas toujours raison!

Er zijn ook andere ontkennende zinnen waarvoor het gebruik van pas niet nodig is.

ne…guèrenauwelijks, amper
ne…aucun(e)niet een
ne…jamaisnooit
ne…plusniet langer, niet meer
ne…queslechts*
ne…rienniets

Il n’utilise guère son smartphone.
Madame et Monsieur Grillet n’ont aucun enfant.
Elle n’arrive jamais à l’heure.
Je ne vois plus mon ex-mari.
Il n’y a rien à voir au Montana.

De zin ne...que kan misleidend zijn, want hoewel het negatief lijkt, betekent het eigenlijk alleen, in plaats van niet alleen. Ne...que kan ook rond meer dan één werkwoord tegelijk geplaatst worden.

Nous n’avons mangé que trois pizzas.We aten slechts drie pizza's.
Elle n’a qu’une soeur. Ze heeft maar één zus.
Je ne vais voir que deux de mes frères.Ik ga slechts twee van mijn broers zien.